Elke vorm van visserij, groot of klein, is een specialisme. Toch denken mensen bij de ‘de visserij’ in Nederland vaak eerst meteen aan de kottervloot en niet aan de pelagische visserij. De kottervloot is gespecialiseerd in de vangst van platvis, zoals tong en schol.

Pelagische vis (zoals haring, makreel, horsmakreel en blauwe wijting) zwemt in grote en homogene visscholen (soms wel ter grootte van Texel) in de waterkolom. Op wetenschap beruste vangstquota bepalen hoeveel van welke soort er in een jaar duurzaam gevangen kan worden.

De drie Nederlandse rederijen van de Redersvereniging van de Zeevisserij (RVZ) die met hun vriestrawlers op de pelagische soorten vissen, doen dit op een duurzame en verantwoorde manier. Benieuwd hoe zo’n vriestrawler er uit ziet? Hieronder zie je er één.

Vissers zijn steeds op zoek naar manieren om hun vistechnieken te verbeteren. Ze proberen tijdens het vissen de zeebodem zo min mogelijk te beschadigen en geen ongewenste en te kleine vis in het net te vangen. Ook proberen ze zo zuinig mogelijk brandstof te gebruiken en dus minder CO2 uit te stoten. Ten slotte willen vissers zelf ook dat er in de toekomst nog voldoende vissen in zee zwemmen, want anders kunnen zij hun beroep niet meer uitoefenen.